In 1942 kwamen de Amersfoortse Joodse meisjes Maud en Rita Peper op hun eerste onderduikadres in Oldebroek terecht. Op de boerderij van Hendrik Spronk en Coba Flier werden de meisjes liefdevol opgevangen. De ouders van Maud en Rita hadden hun dochtertjes elk een koffertje met spullen meegegeven. De beide meisjes kregen een lepeltje en een vorkje mee waarop hun namen waren gegraveerd.
In 2017 is tijdens een verbouwing van de boerderij aan de Zuiderzeestraatweg 366 het vorkje van Maud teruggevonden. Nadat het zilveren vorkje was schoongemaakt en was opgepoetst, kwam de ingegraveerde naam van Maud tevoorschijn. Vlak voor haar overlijden schonk de 98-jarige Dirkje (Ditte) Spronk-Franken het vorkje aan Maud.
Na afloop van Open Joodse Huizen op zaterdagmiddag 3 mei gaf Maud Peper-Dahme het vorkje aan Willem van Norel in bruikleen voor de tentoonstelling 40-45 in objecten. Vanaf nu kunnen de bezoekers dit bijzondere object bewonderen in Museum Elburg. De bijzondere tentoonstelling is nog tot 22 mei te bezoeken. Alle tentoongestelde objecten zijn ook te bewonderen op de website www.elburginoorlogstijd.nl/voorwerpen/